desa
- de·sa
- Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘gemeente’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1859 [1]
- van Javaans desa [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | desa | desa's |
verkleinwoord | - | - |
- (aardrijkskunde) kleine nederzetting en bestuurseenheid op het Indonesische platteland
- Volgens haar hebben met de ‘herendiensten’ de problemen hun intrede gedaan in de desa, die traditioneel was ingesteld op zelfverzorging. [4]
- dessa (tot 1996 toegelaten alternatief in de officiële spelling)
- Het woord desa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "desa" herkend door:
18 % | van de Nederlanders; |
7 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "desa" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ desa op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Haarsma, M. e.a.Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse (Schrijversprentenboek 35). (1993) Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam / Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Den Haag; p. 31; geraadpleegd 2018-07-16
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- de·sa
desa