derven
- der·ven
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
derven |
derfde |
gederfd |
zwak -d | volledig |
derven
- overgankelijk zonder iets moeten stellen
- Die inkomsten moest hij derven.
1. zie: ontberen
- Het woord derven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "derven" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "derven" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ derven op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be