depersonalisatiestoornis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·per·so·na·li·sa·tie·stoor·nis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord depersonalisatiestoornis depersonalisatiestoornissen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de depersonalisatiestoornisv

  1. (psychologie) stoornis waarbij de patiënt het gevoel heeft los te staan van de omgeving, in een droom te leven, achter glas te staan of het eigen lichaam als vreemd ervaart
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie