Nederlands

 
Uitspraak
Woordafbreking
  • denk·spel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord denkspel denkspelen
denkspellen
verkleinwoord denkspelletje denkspelletjes

Zelfstandig naamwoord

denkspel

  1. (spel) een spel waarbij je moet nadenken zoals schaken, dammen, go en bridge
    • Schaken en dammen hebben gemeenschappelijke concurrenten: de nieuwe computerspelletjes en het vermaak van de videohal. Katholicisme en protestantisme moeten wedijveren met de New Age verschijnselen, de computerspelletjes van de religie. Alle worstelen met de vraag wat aan te vangen met de steeds grotere groep die van denkspel noch religie weten wil en meent dat veel bier drinken en de versterker op zijn hardst zetten een meer eigentijdse vorm van zelfontplooiing is.[1] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen

  1. NRC Hans Ree 30 juli 1996
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be