demo
- de·mo
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘proefopname van muzieknummer’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
- [1] Verkorting van demonstratie.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | demo | demo's |
verkleinwoord | demootje | demootjes |
de demo m
- (verkorting) het tonen en uitleggen van iets
- Na een korte demo door de manager, was het nieuwe programma duidelijk.
- demografie
- [1] demonstratie
- Het woord demo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "demo" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "demo" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
demo