• de·mis·sie
enkelvoud meervoud
naamwoord demissie demissies
verkleinwoord

de demissiev

  1. verlof om uit dienst te treden
     Demissie is een oneigenlijk woord. De summa pontifex heeft geen andere ’superieuren’ dan de hemel. Alleen aan Hem moet hij rekenschap afleggen. Zijn dienstverlening aan de kerk duurt voort zolang God dat wil.”[3]
  2. het afgedankt worden
67 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[4]
  1. demissie op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Curie verdeeld over aftreden van paus” (11-02-2005), Reformatorisch Dagblad
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be