dejeuner
- de·jeu·ner
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘lunch’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1784 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dejeuner | dejeuners |
verkleinwoord | dejeunertje | dejeunertjes |
het dejeuner o
1. zie: lunch
- Het woord dejeuner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dejeuner" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "dejeuner" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ dejeuner op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be