defensieapparatuur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·fen·sie·ap·pa·ra·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord defensieapparatuur
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de defensieapparatuurv

  1. (militair) alle toestellen die worden gebruikt door militairen
     CDA en ChristenUnie willen dat er een nieuw planbureau komt, het Planbureau voor de Veiligheid. De partijen vinden dat de coronacrisis heeft aangetoond dat Nederland soms in een zwakke positie zit omdat we niet snel genoeg aan de benodigde spullen kunnen komen. Het Planbureau moet inventarisaties gaan maken voor mogelijke toekomstige crises. Het gaat dan om medische hulpmiddelen, medicijnen, defensieapparatuur, voedsel en dergelijke, die nodig zijn om als land het hoofd boven water te houden.[1]
     Bijleveld was gisteren voor het laatst publiekelijk in functie als commissaris van de Koning. Ze vergezelde de Duitse ambassadeur in Hengelo als gast van Thales, de producent van geavanceerde radar- en defensieapparatuur. Het is een passende plichtpleging, gelet op haar nieuwe baan.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “CDA: door tekorten medische hulpmiddelen nieuw planbureau nodig” (Donderdag 17 september 2020, 19:37), NOS
  2.   Weblink bron
    Teun Staal
    “Ank Bijleveld: Hét gezicht van Overijssel” (21-10-2017), Tubantia