Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deel·re·ge·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord deelregering deelregeringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de deelregeringv

  1. het autonome bestuur van een deelstaat in een federale staat
    • Nadat de Waalse deelregering voldoende zekerheid was geboden door de Belgische premier Michel, en er twee aanvullende documenten aan CETA werden toegevoegd, gingen de Walen echter alsnog overstag. Daardoor kon ook België als laatste EU-lidstaat groen licht geven voor de ondertekening en zette de Belgische minister van Buitenlandse zaken Didier Reynders zaterdag zijn handtekening.[1] 
    • Jaarlijks komen 300.000 Britse kinderen bij de huisarts met klachten die een gevolg zijn van meeroken. Onder meer astma, oor- en longproblemen en wiegedood kunnen door rook worden veroorzaakt. In een auto blijft rook tweeënhalf uur hangen. Een meerderheid in het Lagerhuis, en eerder het Hogerhuis, steunde Bergers argument. De regering moet nu bekijken hoe een verbod kan worden ingevoerd, en op welke termijn. Ook de deelregeringen van Wales, Schotland en Noord-Ierland overwegen zo’n verbod in te voeren.[2]  
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. NRC Sam de Voogt 30 oktober 2016
  2. NRC 12 februari 2014