Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deed boos
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
boosdoen

deed (…) boos

  1. enkelvoud verleden tijd van boosdoen
    • Ik deed boos. 
    • Jij deed boos. 
    • Hij, zij, het deed boos. 

Gangbaarheid