• Afgeleid van het Engelse werkwoord compose met het voorvoegsel de-.
vervoeging
onbepaalde wijs to  decompose 
he/she/it  decomposes 
verleden tijd  decomposed 
voltooid
deelwoord
 decomposed 
onvoltooid
deelwoord
 decomposing 
gebiedende wijs  decompose 

decompose

  1. overgankelijk ontbinden, ontleden, oplossen
  2. onovergankelijk tot ontbinding overgaan, verrotten
    «Bodies of living organisms begin to decompose shortly after death.»
    Lichamen van levende organismen beginnen binnenkort na de dood te verrotten.
  3. onovergankelijk, (biologie) verrotten
    «Bacteria and fungi help decompose organic matter.»
    Bacteriën en schimmels helpen om organisch materiaal verrotten te laten.
  4. onovergankelijk, (scheikunde) ontleden