Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·che·an·ce
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord decheance decheances
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de decheancev

  1. (juridisch) (economie) verval van een schuld of recht louter door het verlopen van de tijd
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

Verwijzingen