datanet
- da·ta·net
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | datanet | datanetten |
verkleinwoord |
het datanet o
- netwerk dat vooral geschikt is voor het verzeden van gegevens
- Bij Voice over IP (internetprotocol) of VoIP, beter bekend als internettelefonie, worden telefoongesprekken opgedeeld in pakketjes en over het datanet gestuurd in plaats van over het klassieke telefoonnet. Dat levert allerlei voordelen op. Het bekendste voordeel zijn de gratis of goedkope gesprekken. Skype is veruit de populairste aanbieder van dergelijke gesprekken. [2]
- Niemand wil dat onze datanetten misbruikt worden. Maar, zo vervolgt Kamp: die maatregelen zorgen wel voor administratieve lasten bij de aangewezen ondernemingen. En dat kan ons vestigings- en investeringsklimaat negatief beïnvloeden. En dáár zijn het ministerie van Economische Zaken en werkgeverslobby VNO-NCW traditioneel tegen. [3]
1.
- Het woord datanet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "datanet" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 02/10/2006 om 00:00 door TNL Proximus en Mobistar testen internettelefonie
- ↑ NRC Menno Tamminga 3 november 2016 De opkopers zijn niet meer zó welkom
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be