Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dank·feest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dankfeest dankfeesten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het dankfeesto

  1. feest dat uit dankbaarheid is georganiseerd
     Het protest was in de Oromia-regio, zo'n 40 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Addis Abeba. Duizenden mensen hadden zich verzameld in de plaats Bishoftu ter gelegenheid van het religieuze dankfeest Irreecha. De aanwezigen riepen leuzen waarin ze vroegen om gerechtigheid en vrijheid, en wisten zo de officiële, regeringsgezinde feesttoespraken te verstoren.[2]
     De meeste leden van de koninklijke familie zijn zaterdag aanwezig bij het dankfeest voor Beatrix als koningin. Dat feest stond oorspronkelijk gepland voor 14 september, maar werd in verband met het overlijden van prins Friso uitgesteld.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Ethiopië bevestigt meer dan 50 doden bij anti-regeringsprotest” (Zondag 2 oktober 2016, 13:54), NOS
  3.   Weblink bron “Familie bij dankfeest Beatrix” (Maandag 27 januari 2014, 15:03), NOS