damslag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dam·slag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | damslag | damslagen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de damslag m
- (sport) een slag die je maakt met een dam in het damspel
- Natuurlijk niet onmiddellijk 28.47-42? wegens 28...24-29!, 30...18-22 en 31...21-27 enz. met een vernietigende damslag naar 49. [2]
Gangbaarheid
- Het woord damslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "damslag" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Volkskrant Ton Sijbrands18 november 2000 Scherpe aanpak Molimard-variant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be