Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • da·mes·mo·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord damesmode damesmodes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de damesmodev / m

  1. heersende mode voor dames

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen