dalles
- dal·les
- enk: van Jiddisch דלות (dalles), in de betekenis van ‘armoede’ voor het eerst aangetroffen in 1886 [1][2]
- mv: dalle met uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dalles | - |
verkleinwoord |
de dalles mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord dalle
- ▸ Zijn genie ligt in de domheid van zich nooit wat af te vragen, maar, maar aanstonds rond te lopen en overal te herhalen: wie wil er goede, haast niet gebezigde kasseistenen kopen? Laten wij telkens negen stenen in het vierkant leggen en daar beton omheen gieten, zegt hij, dat zal een soort dalles zijn die ge... waar ge... En hij begint dadelijk zijn koopwaar aan te prijzen alsof hij midden in een groep aannemers voor bestratingen, en ingenieurs van bruggen en wegen staat.[3]
- Het woord dalles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dalles" herkend door:
8 % | van de Nederlanders; |
10 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ "dalles" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ De vergeten straat in: Ludo Permentier & Rik SchutzTypisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, dalles
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging van |
---|
dallar |
dalles