• dag·waar·de
enkelvoud meervoud
naamwoord dagwaarde dagwaarden
dagwaardes
verkleinwoord

de dagwaardev

  1. de waarde die iets of iemand op een bepaalde dag heeft
     Katies dagwaarde zou stijgen als ze minder vaak kwam. Jammer genoeg brengt ze dat niet op. Ze heeft nu tenminste nog een moeder.[1]
  1. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132