dagwaarde
- dag·waar·de
- samenstelling van dag zn en waarde zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dagwaarde | dagwaarden dagwaardes |
verkleinwoord |
de dagwaarde v
- de waarde die iets of iemand op een bepaalde dag heeft
- ▸ Katies dagwaarde zou stijgen als ze minder vaak kwam. Jammer genoeg brengt ze dat niet op. Ze heeft nu tenminste nog een moeder.[1]
1.
- Het woord dagwaarde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Carla de Jong“Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132