• daens·is·me
  • eponiem, afgeleid met het achtervoegsel -isme van de familienaam van de broers Adolf   en Pieter    Daens en  die zich eind 19e eeuw inzetten voor een meer sociale katholieke politiek
enkelvoud meervoud
naamwoord daensisme -
verkleinwoord - -

het daensismeo

  1. (politiek) Vlaamse progressief katholieke politieke stroming aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw
     De tijd is rijp voor de oprichting van de ‘Christen Volkspartij’, van meet af aan bekend als het daensisme. De nieuwe partij wordt genadeloos bestreden door katholieke politici en geestelijken onder leiding van Woeste en de Gentse bisschop Stillemans, die achter de antisocialisten stond.[1]
  1.   Weblink bron Louis Paul Boon : Pieter Daens of hoe in de negentiende eeuw de arbeiders van Aalst vochten tegen armoede en onrecht (augustus 1990) in:
    Ton Anbeek e.a.
    Lexicon van literaire werken., Wolters-Noordhoff, Groningen / Garant-Uitgevers, Antwerpen, ISBN isbn9001032303, p. 4