Naar frequentie 26078
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   dödsoffer     dödsofferet     dödsoffer     dödsofferen  
genitief   dödsoffers     dödsofferets     dödsoffers     dödsofferens  

dödsoffer, o

  1. een dodelijk slachtoffer
    «En tvåårig pojke blev årets första kända dödsoffer i Medelhavet.»
    Een twee-jarige jongen was het eerste bekende dodelijke slachtoffer dit jaar in de Middellandse Zee.

dödsoffer

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van dödsoffer