Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cul·tuur·toe·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cultuurtoerisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het cultuurtoerismeo

  1. (cultuur) vorm van toerisme waarbij men zich verdiept in de cultuur, en dan vooral de kunst, van een land, gebied of stad

Meer informatie

Gangbaarheid