• cul·tuur·sfeer
enkelvoud meervoud
naamwoord cultuursfeer
verkleinwoord

de cultuursfeerv / m

  1. omgeving van kunstenaars en kunstliefhebbers
  2. de stemming zoals die nu heerst in de maatschappijn
     Maar als we nu beweerden dat Hermes in de huidige situatie getaxeerd moest worden op 50-60 miljoen? Dan konden ze tante Hélène en neef Axel het in hun huidige cultuursfeer psychologisch magische cijfer van $1.000.000 aanbieden, dat onmiddellijk overgemaakt kon worden op de opgegeven bankrekening op de Bahama's.[1]


  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149