cultuurminnend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cul·tuur·min·nend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van cultuur zn en minnend bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | cultuurminnend | cultuurminnender | cultuurminnendst |
verbogen | cultuurminnende | cultuurminnendere | cultuurminnendste |
partitief | cultuurminnends | cultuurminnenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
cultuurminnend
- van iets of iemand dat hij of zij van kunst houdt
- ▸ André Hazes; een volksheld al toen hij nog leefde. Nadat er een succesvolle documentaire over hem werd gemaakt, werd hij ook door de rest van cultuurminnend Nederland omarmd. Het was een kwestie van tijd, voordat hij postuum zou schitteren in een musical. 'Hij gelooft in mij' ging vanavond in Amsterdam in première.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord cultuurminnend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “'Hij gelooft in mij' in première” (Zondag 11 november 2012, 20:25), NOS