cultuurcriticus

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  cultuurcriticus    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• cul·tuur·cri·ti·cus

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  cultuur zn  en  criticus zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	cultuurcriticus	cultuurcritici
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de cultuurcriticus m

1. (kunst) iemand die cultuuruitingen kritisch bespreekt
2. iemand die kritiek levert op de de gangbare manier van doen in een bepaalde samenleving

   ▸ Cultuurcriticus Andrej Arkhangelskij schrijft in 'Raam op Rusland' dat de regering nu, net als vroeger in de Sovjet-Unie, een grote fout maakt door te proberen populaire muzikale subculturen te bestrijden. "De overheid ziet opnieuw het vrije woord als grootste gevaar. Maar hoe kun je de strijd aangaan met de wens van jongeren om naar eigentijdse muziek te luisteren?"

   ▸ Enkele docenten aan de Universiteit van Amsterdam zijn bedreigd naar aanleiding van hun oproep aan de leiding van de universiteit om stelling te nemen tegen de komst van gastspreker Jordan Peterson, een omstreden Canadese cultuurcriticus.

Gangbaarheid

• Het woord cultuurcriticus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.