cross-over
- Geluid: cross-over (hulp, bestand)
- cross-over
- (samenkoppeling) van cross en over
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cross-over | cross-overs |
verkleinwoord | - | - |
de cross-over m
- uitwisseling, overspraak o.a.:
- (biologie) het verschijnsel dat twee homologe chromosomen stukken DNA uitwisselen
- (elektriciteit, interferentie) overspraak in audioversterkers, telecom (koperaders), electronische circuits
- het laden ineenvloeien van liedjes
- (ethernet) cross-overkabel
- speciale weg/spoor/gang/wissel in b.v. toneelpodium, spoorweg
- cross-over auto, met verhoogde carosserie en 4×4 aandrijving
- scheidingsfilter (audio)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord cross-over staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.