overspraak
- Geluid: overspraak (hulp, bestand)
- over·spraak
- samenstelling van over en spraak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overspraak | overspraken |
verkleinwoord | - | - |
- elektromagnetische interferentie tussen verschillende signalen, bijvoorbeeld tussen het linkerkanaal en rechterkanaal van een stereosignaal
- Het woord 'overspraak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.