criticaliteit
- cri·ti·ca·li·teit
- afgeleid van criticaal met het achtervoegsel -iteit of waarschijnlijker van het Engelse 'criticality'
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | criticaliteit | - |
verkleinwoord | - | - |
de criticaliteit v
- (natuurkunde) een omstandigheid waaronder voldoende neutronen voorhanden zijn om een kernreactie te onderhouden
- Versteegh gaat ervan uit dat de criticaliteit na de explosie, die eenvoudigweg een gevolg was van de plotseling vrijkomende hitte en de vorming van damp- en gasbellen, onmiddellijk na de klap ook weer was beëindigd.[1]
1. een omstandigheid waaronder voldoende neutronen voorhanden zijn om een kernreactie te onderhouden
- Het woord 'criticaliteit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.