• De oorspronkelijke betekenis was kaf en iemand die koren wande was een crapper. Ene meneer Crapper vond later de WC uit en zijn naam stond als merknaam op het porcelein. De naam werd vervolgens een eufemisme voor plee. Daarna ontstond de associatie met uitwerpselen. Geruime tijd waren woorden als crapper en crap daarom taboe in beschaafd gezelschap, maar later is de betekenis weer verwaterd tot rommel.
enkelvoud meervoud
crap -

crap

  1. (verouderd) kaf
  2. poep, schijt
  3. zooi, rommel, minderwaardig spul
vervoeging
onbepaalde wijs to  crap 
he/she/it  craps 
verleden tijd  crapped 
voltooid
deelwoord
 crapped 
onvoltooid
deelwoord
 crapping 
gebiedende wijs  crap 

crap

  1. schijten, poepen