• cos·me·tisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen cosmetisch cosmetischer
verbogen cosmetische cosmetischere
partitief cosmetisch cosmetischers -

cosmetisch [1]

  1. betrekking hebbend op het verfraaien van het uiterlijk
    • Bij de cosmetische chirurgie gaat het meestal om het verfraaien van gezonde mensen, maar ook het minder opvallend maken van bijvoorbeeld littekens is een deel van dit medisch specialisme. 
  2. betrekking hebbend op het verfraaien van het uiterlijk zonder dat er echte verbeteringen hebben plaatsgevonden
    • Het veranderen van de merknaam is slechts een cosmetische verandering en kan dus niet een echte innovatie genoemd worden. 
99 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]