corsowagen
- Geluid: corsowagen (hulp, bestand)
- cor·so·wa·gen
- samenstelling van corso zn en wagen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | corsowagen | corsowagens |
verkleinwoord | corsowagentje | corsowagentjes |
de corsowagen m
- met bloemen en/of vruchten versierde wagen die deelneemt aan een bloemen- resp. fruitcorso
- Het woord corsowagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.