controlerend
- con·tro·le·rend
vervoeging van: | controleren |
verbogen vorm: | controlerende |
controlerend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | controlerend | controlerender | controlerendst |
verbogen | controlerende | controlerendere | controlerendste |
partitief | controlerends | controlerenders | - |
controlerend
- van een persoon of instantie dat deze iets waarneemt en zo nodig kan ingrijpen in de gebeurtenissen
- De controlerende moeder houdt haar kind scherp in de gaten en grijpt regelmatig in als het dingen doen die ze niet goed vindt.
- Het woord controlerend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.