controleopdracht
- con·tro·le·op·dracht
- samenstelling van controle zn en opdracht zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | controleopdracht | controleopdrachten |
verkleinwoord |
- (al dan niet wettelijk verplicht) onderzoek naar de correctheid van iets dat men voor een klant verricht
- ▸ In verreweg de meeste gevallen (94 procent) krijgen de accountants hun zin. Maar dan de overige 6 procent. Volgens de verordening zouden ze hun controleopdracht aan deze klanten moeten teruggeven en de zwaarste gevallen moeten melden bij het Korps Landelijke Politiediensten. Van de zeven keer dat zo’n ernstige situatie zich voordoet, geeft de accountant drie keer de opdracht terug en krijgt de politie slechts twee meldingen.[1]
- ▸ De onafhankelijkheidsbepalingen voor accountants zijn gebaseerd op Europese en internationale regelgeving. Deze onafhankelijkheidsvoorschriften zijn voor iedere controleopdracht van toepassing; ongeacht of deze bij Ahold wordt uitgevoerd of bij de spreekwoordelijke kruidenier op de hoek, en los van de vraag of een accountant al dan niet in dienstverband bij een accountantsorganisatie optreedt.[2]
1. (al dan niet wettelijk verplicht) onderzoek naar de correctheid van iets dat men voor een klant verricht
- Het woord controleopdracht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Accountants overtreden frauderegels” (17 juli 2003), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “WTA waarborgt positie accountant” (5 juli 2005), Reformatorisch Dagblad