• Engels bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -ous
stellend vergrotend overtreffend
contagious more contagious most contagious

contagious

  1. (diergeneeskunde), (medisch) aanstekelijk, besmettelijk
    «I have a cold and I'm still contagious
    Ik heb een verkoudheid en ik ben nog steeds besmettelijk.
  2. (diergeneeskunde), (medisch) infecterend, infectieus
  3. (figuurlijk) aanstekelijk, besmettelijk
  • [1]: contagious disease / contagious illness
besmettelijke ziekte
  • [3]: contagious laughter
aanstekelijk gelach / besmettelijk gelach