contactverbod
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·tact·ver·bod
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van contact zn en verbod zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | contactverbod | contactverboden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het contactverbod o
- (juridisch) verbod om in de buurt te komen van een (bepaald) ander persoon
- ▸ De Rotterdamse burgemeester Aboutaleb wil van het kabinet meer middelen krijgen om de coronamaatregelen en adviezen te kunnen handhaven. Hij denkt daarbij aan een contactverbod, zoals in Duitsland, vertelde hij in Nieuwsuur.[1]
- ▸ Bondskanselier Merkel heeft dat afgesproken in een telefonisch overleg met de premiers van de deelstaten. Het contactverbod wordt ingesteld voor zeker twee weken.[2]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord contactverbod staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Aboutaleb: 'Opties bespreekbaar die kunnen bijdragen aan handhaafbaar gedrag'” (Maandag 23 maart 2020, 07:11), NOS
- ↑ Weblink bron “Duitsland komt met contactverbod” (Zondag 22 maart 2020, 18:00), NOS