constructivisme
- con·struc·ti·vis·me
- In de betekenis van ‘kunstrichting die werkt met geometrische figuren’ voor het eerst aangetroffen in 1934 [1]
- afgeleid van het Engelse constructive met het achtervoegsel -isme
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | constructivisme | - |
verkleinwoord | - | - |
het constructivisme o
- (kunst) een kunststroming in Rusland in het begin van de 20e eeuw
- (wiskunde) (filosofie) stroming in de filosofie van de wiskunde, waarin slechts objecten waarvan een constructie kan worden aangegeven, erkend worden
- (filosofie) (psychologie) opvatting dat wat we beschouwen als de werkelijkheid (de werkelijkheidsopvatting) door middel van communicatie (door dialogen) wordt geconstrueerd
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord constructivisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.