conductrice
- Geluid: conductrice (hulp, bestand)
- con·duc·tri·ce
- Naamwoord van handeling van het Franse conducer of conduire (met het voorvoegsel con-) met het achtervoegsel -rice[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | conductrice | conductrices |
verkleinwoord | conductricetje | conductricetjes |
de conductrice v
- (beroep) vrouwelijke vorm van conducteur
- Het woord conductrice staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "conductrice" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord | |
mannelijk | conducteur | le conducteur | conducteurs | les conducteurs |
vrouwelijk | conductrice | la conductrice | conductrices | les conductrices |
conductrice v
- (bedrijfskunde), (beroep) bestuurster, vrouwelijke leidinggevende
- (transport), (beroep) vrouwelijke chauffeur, machiniste