competitiejaar
- com·pe·ti·tie·jaar
- samenstelling van competitie zn en jaar zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | competitiejaar | competitiejaren |
verkleinwoord |
het competitiejaar o
- (sport) periode van 12 maanden waarin een competitie wordt afgerond
- ▸ De voorsprong van Real op achtervolger FC Barcelona is vijf punten, maar Barça speelt zaterdag nog uit tegen Getafe. Voor Real was het duel de afsluiting van het competitiejaar. De Koninklijke reist nu naar Marokko voor het WK voor clubs.[1]
- ▸ Van de degradatiekandidaten oogt het resterende programma van NEC het lastigst. Nadat eerst FC Twente naar Nijmegen is gekomen, wordt het competitiejaar afgesloten met een bezoek aan Ajax, dat zijn vierde landstitel op rij dan net binnen heeft of anders die zaterdagavond veilig kan stellen.[2]
- Het woord competitiejaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Real wint, Ronaldo scoort twee keer” (12-12-2014), NOS
- ↑ Weblink bron “Nog veel open in eredivisiekelder” (14-04-2014), NOS