• com·mu·ni·qué
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘officiële mededeling’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
  • Afgeleid van het Franse communiqué (met het voorvoegsel com-) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord communiqué communiqués
verkleinwoord communiqueetje communiqueetjes

het communiquéo [3]

  1. (communicatie) officiële mededeling
    • Er werd een communiqué verzonden. 
76 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]


  • com·mu·ni·qué
enkelvoud meervoud
communiqué communiqués

communiqué

  1. (communicatie) communiqué, officiële mededeling


  • com·mu·ni·qué

communiqué

  1. voltooid deelwoord (participe passé) van communiquer
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  communiqué     le communiqué     communiqués     les communiqués  

communiqué m

  1. (communicatie) communiqué, officiële mededeling