collega-advocaat
- col·le·ga-ad·vo·caat
- samenstelling van collega zn en advocaat zn , geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 6.I
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | collega-advocaat | collega-advocaten collega's-advocaten |
verkleinwoord |
de collega-advocaat m
- iemand die ook advocaat van beroep is
- ▸ Waarna de steradvocaat niets heel kon laten van de collega-advocaten die zich zo lichtzinnig, slap en nonchalant in de luren hadden laten leggen door de duidelijk manipulerende politie en trucjes uithalende aanklager.[1]
- Het woord collega-advocaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149