collectezak
  • col·lec·te·zak
enkelvoud meervoud
naamwoord collectezak collectezakken
verkleinwoord collectezakje collectezakjes

de collectezakm

  1. (religie) zak aan een lange stok waarin men tijdens de kerkdienst geld kan stoppen om de kerk en andere goede doelen te steunen
     Stan knikte vriendelijk, maar Della keek alsof ze erop was betrapt geld uit de collectezak te hebben gestolen.[2]
     Ook andere organisaties werken aan een applicatie om geld in te zamelen. Zo is Jantje Beton volgend jaar van plan de app in te zetten. En ook de Protestantse Kerk in Nederland werkt aan een collecte-app. De PKN verwacht in het najaar in enkele kerken de app in te zetten naast de collectezak.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. SOPHIE GREEN (vert.Els Franci-Ekeler)
    “De leesclub aan het einde van de wereld” (2019), Uitgeverij De Fontein  , ISBN 9789026144929
  3.   Weblink bron “Rode Kruis test collecte-app” (16-06-2014), NOS