collecteur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: collecteur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- col·lec·teur
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van collecteren met het achtervoegsel -eur (met het voorvoegsel col-) [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | collecteur | collecteurs |
verkleinwoord | collecteurtje | collecteurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de collecteur m
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van collectrice
Gangbaarheid
- Het woord collecteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "collecteur" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ collecteur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be