• co·glio·ne
  • Van het Volkslatijnse coleo, een afleiding van het klassieke coleus (zelf ontleend aan het Oudgriekse κολεός).
enkelvoud meervoud
il coglione i coglioni

coglione m

  1. (informeel), (meestal mv.) kloot, teelbal
  • rompere i coglioni (a qualcuno)
    • (iemand) lastig vallen
enkelvoud meervoud
mannelijk il coglione i coglioni
vrouwelijk la cogliona le coglione

coglione m

  1. (scheldwoord) klootzak
    «Sei proprio un coglione senza rimedio!»
    Je bent echt een onverbeterlijke klootzak!