clubcultuur

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  clubcultuur    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈklʏpkʏlˌtyr / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• club·cul·tuur

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  club zn  en  cultuur zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	clubcultuur	clubculturen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de clubcultuur v

1. (sport) gedrag, normen en waarden die gebruikelijk zijn binnen een bepaalde sportclub

   ▸ Het onderzoek, dat bijna zes maanden heeft geduurd en waarbij tachtig bij de club betrokken mensen zijn gesproken, is uitgevoerd door het 13-koppige forum, dat op 13 mei 2013 door de directie zelf in het leven is geroepen. Doel was te onderzoeken hoe het imago van de club verbeterd kon worden en het doorlichten van de clubcultuur.

   ▸ „Het past in onze aanpak meer oud-spelers te betrekken bij PSV. Daarnaast weet ik dat Willy een man is die perfect past in de clubcultuur van PSV en een enorm netwerk heeft, dat van grote waarde zal zijn voor nieuwe en bestaande relaties”, aldus directeur Tiny Sanders.

2. gedrag, normen en waarden die passen bij mensen die nachtclubs en dancings bezoeken

Gangbaarheid

• Het woord clubcultuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.