citroenbuikvliegenvanger
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ci·troen·buik·vlie·gen·van·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | citroenbuikvliegenvanger | citroenbuikvliegenvangers |
verkleinwoord | citroenbuikvliegenvangertje | citroenbuikvliegenvangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de citroenbuikvliegenvanger m
- (zangvogels) Microeca flavigaster een vogel uit de familie van de Australische vliegenvangers (Petroicidae). De vogel van het geslacht Microeca komt voor in Australië, Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea en telt 5 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'citroenbuikvliegenvanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.