christelijk-historisch
- chris·te·lijk-·his·to·risch
- (samenkoppeling) van christelijk en historisch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | christelijk-historisch | christelijk-historischer | |
verbogen | christelijk-historische | christelijk-historischere | |
partitief | christelijk-historisch | christelijk-historischers | - |
christelijk-historisch [1]
- (politiek) (historisch) betrekking hebbend op de Christelijk-Historische Unie
- Het woord christelijk-historisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.