chippie
- chip·pie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chippie | chippies |
verkleinwoord |
- (voeding) dun aardappelschijfje, gebakken in vet of olie gebruikt als snack
- (telecommunicatie) Antiliaans-Nederlands: simkaart voor een mobiele telefoon
- [2] chippietegoed
- Het woord chippie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ chippie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Chips, cola en de Troonrede” (17-09-2013), NOS
- ↑ Weblink bron “Chips!” (21/05/2010), HP de Tijd