caviakooi
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ca·via·kooi
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van cavia zn en kooi zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | caviakooi | caviakooien |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een gesloten ruimte met tralies waarin men een cavia als huisdier kan houden
- ▸ Aanvankelijk reageerden de Duitsers enthousiast, tot Bruno een notoire schapendoder bleek te zijn. In zes weken heeft hij enkele tientallen schapen gedood tijdens zijn strooptochten. Ook bijenkorven en kippenhokken en zelfs caviakooitjes laat de beer niet altijd ongeopend.[1]
Gangbaarheid
- Het woord caviakooi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Jan van de Legemate“Bruno de beer is iedereen te slim af” (23 juni 2006), Reformatorisch Dagblad