cavaleriekazerne
  • ca·va·le·rie·ka·zer·ne
enkelvoud meervoud
naamwoord cavaleriekazerne cavaleriekazernes
cavaleriekazernen
verkleinwoord

de cavaleriekazernev / m

  1. (militair) gebouw waar de militaire eenheid is gehuisvest die gebruik maakt van paarden
     Aangekomen bij het bordes van het grote huis naast de cavaleriekazerne waar Anatole woonde, liep hij de treden van het verlichte bordes op en ging door de openstaande deur naar binnen.[2]
     Bij operavoorstellingen horen prachtige kostuums. De rijke collectie van de Parijse opera kreeg een onderkomen in een voormalige cavaleriekazerne in de stad Moulins.[3]
  2. (militair) gebouw waar de militaire eenheid is gehuisvest die gebruik maakt van pantservoertuigen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3.   Weblink bron “Vijf maal naar de opera” (04/12/2011), De Standaard