carrévorm
- car·ré·vorm
- samenstelling van carré zn en vorm zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | carrévorm | carrévormen |
verkleinwoord | - | - |
de carrévorm m
- opstelling in het vierkant, plaatsing in vier ongeveer even langgerekte delen die haaks op elkaar staan
- ▸ We zaten in zijn klas in carrévorm. Lamaker was de enige leraar die de bankjes zo opstelde op de degelijke scholengemeenschap – 1.000 leerlingen – met de strenge rector. „Ik wilde alle leerlingen in de ogen kunnen kijken”, licht Lamaker toe. „Dan kon je meteen hun aandacht vasthouden.”[1]
- Het woord 'carrévorm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Karin de Mik“Voor geschiedenis moest je echt stampen” (21 mei 2008) op nrc.nl