carnavalsgebak
- Geluid: carnavalsgebak (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɑrnavɑlsxəˌbɑk / (5 lettergrepen)
- car·na·vals·ge·bak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | carnavalsgebak | - |
verkleinwoord | - | - |
het carnavalsgebak o
- (voeding) aanduiding voor verschillende zoete uit deeg gebakken lekkernijen die traditioneel vooral rond de viering van Vastenavond worden gegeten
- Het woord 'carnavalsgebak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Janny van der Lee-van der Heijdenrecept : Nonnevotten of strikken in: Leeuwarder Courant , jrg. 234 nr. 39 (15 februari 1985), p. 31 kol. 2/3
- ↑ Weblink bron H.H. KnippenbergOude volksgebruiken in:Kleijntjens, Jos & Knippenberg, H.H.Schetsen uit de vaderlandsche geschiedenis - Eerste Deel (1918), R.K. Boek-centrale, Amsterdam, p. 278